Inhoud

TECDATA autoTechnische Database ULTRA-PRO Online

Uitgebreide versie voor vakkundige afstellingen, onderhoudsrichtlijnen, en nuttige mechanische en elektronische reparatie handleidingen alsook diagnose van voertuigen.

VOERTUIGIDENTIFICATIE NUMMER ( VIN )

• Locaties VIN en identificatielabel
• VIN decoder

Kijk op het identificatielabel om de specifieke voertuiggegevens te achterhalen. Kijk op het voertuiglabel om details     omtrent het voertuig, motor, versnellingsbak en optionele uitrusting te achterhalen.

LOCATIE DIAGNOSE AANSLUITING

• Ligging EOBD aansluiting in het voertuig

ONDERHOUD

• Onderhoudsschema's ( gebaseerd op OEM )
• Afdrukbare werk fiches
• Link naar algemene onderdelen
• Opvolgtaken
• Onderhoudstijden
• Service indicator reset
• Vervangingsintervallen distributieriemen
• Bandendruk controle systemen

START - EN  STOP SYSTEEM: DEACTIVERING / ACTIVERING

Algemeen:

Voor het werken aan de motor.

Deactiveren:

Optie 1 : Druk op knop

N.B.: Het waarschuwingslampje van het start- en stop systeem moet aangaan.

Het systeem is nu uitgeschakeld.

Optie 2 : Verwijder de bestuurdersgordel van het gordelslot.

Open de bestuurdersdeur.

SERVICE INDICATOR RESET

Terugstellen van service- intervalsystemen.

Methode 1
Voor deze handeling moet een diagnosegereedschap gebruikt worden

Methode 2

Schakel het contact uit. Druk op knop (2)
Houd de reset-knop ingedrukt en schakel het contact in
Op het display van de dagteller verschijnt 'Service INSP'
Laat de knop los
Druk kort op de knop
Binnen 20 seconden
Het systeem is gereset.

SMEERMIDDELEN EN VLOEISTOFFEN

Alle specificaties voor oliën en vloeistoffen in één overzicht.

Alle denkbare specificaties zijn hier beschikbaar, met handige links naar bijhorende nformatie voor extra gebruiksgemak en met technische illustraties van de locaties van vul- en aftappluggen.

Motor

Motorolie (Synthetisch)               SAE 0W-30    PSA B71 2312     Van -45 °C tot 45 °C
Motorolie (Synthetisch)               SAE 5W-30    PSA B71 2290     Van -30 °C tot 40 °C
Motorolie (Synthetisch)               SAE 5W-40    PSA B71 2296     Van -30 °C tot 50 °C
Motorolie (Semi-synthetische)    SAE 10W-40    PSA B71 2300     Van -20 °C tot 50 °C

•    Motorcarter, inclusief filter 4.2 (l)
•    Motorolie aftapplug 40 (Nm)

Koelsysteem

Koelvloeistof        Super Longlife coolant L255

Basisdata

Remvloeistof       DOT 4            Remsysteem 1.0 (l)

(Handgeschakelde transmissie), (F5M43)

Transmissie-olie    SAE 75W-80    API GL-3
•    Handgeschakelde transmissie
•    Versnellingsbakolie bijvullen 2.0 (l)
•    Locatie afdichtstop  (1 - Aftapplug; 2 - Vulplug en niveauplug)

Airconditioning

Koelmiddel        R134a
Compressorolie        SUN PAG 56
Koelmiddel 500 (g)
Airconditioning compressorolie 70 (ml)

AFSTELGEGEVENS

TURBO'S: VERWIJDEREN / MONTAGE

Waarschuwingen en aanbevelingen  

Demonteren

Opmerkingen bij het monteren

Monteren

Aanhaalmomenten

KOPPELING: VERWIJDEREN / MONTAGE

Waarschuwingen en aanbevelingen  

Demonteren

Monteren

Aanhaalmomenten

Speciaal gereedschap

REPARATIEHANDLEIDINGEN

Gedetailleerde stap voor stap instructies voor:

•    Uitbouw en inbouw van distributieriemen en distributieketting
•    Uitbouw en inbouw van hulpdrijfriemen
•    Uitbouw en inbouw van koppeling
•    Uitbouw en inbouw van versnellingsbak
•    Leegmaken en vullen van koelsysteem
•    Uitbouw en inbouw van cilinderkop
•    Uitbouw en inbouw van motorblok
•    Uitbouw en inbouw van airbag

DISTRIBUTIERIEM VERWIJDEREN / MONTEREN

•    Demontage-en montage procedures
•    Aanbevolen vervangingstijd
•    Benodigde speciale gereedschappen
•    Duidelijke tekening met de merktekens
•    Kleptiming
•    Aanhaalmomenten

AIRBAG: VERWIJDEREN / MONTEREN

Airbagregeleenheid uitbouwen

Opmerkingen bij het monteren van de airbagregeleenheid

Bestuurdersairbag en spiraalkabel demonteren

Opmerkingen bij het inbouwen van de bestuurdersairbag en spiraalkabel

Passagiersairbag uitbouwen

Opmerkingen bij het monteren van de bijrijdersairbag

Zijairbag uitbouwen

Opmerkingen bij het monteren van de  zij-airbag

Gordijnairbag uitbouwen

Opmerkingen bij het monteren van de gordijnairbag

Airbagsensor demonteren

Opmerkingen bij het monteren van de airbagsensor

HANDGESCHAKELDE TRANSMISSIE: VERWIJDEREN / MONTAGE

Demonteren

Monteren

Aanhaalmomenten

Speciaal gereedschap

KOPPELING: VERWIJDEREN / MONTAGE

Waarschuwingen en aanbevelingen  

Demonteren

Monteren

Aanhaalmomenten

Speciaal gereedschap

ACCU: PROCEDURES AFSLUITEN / AANSLUITEN

Voor het loskoppelene van de accu         

Na het loskoppelen van de accu

Voor het aansluiten van de accu

Na het aansluiten van de accu

Initialiseer de elektrische ramen

REPARATIETIJDEN

PRIJSOPGAVE

De prijsopgave is het vertrekpunt voor snelle kostenramingen op basis van intelligente koppelingen tussen data, reparatietijden en onderdelen. Het resultaat kan gemakkelijk worden geëxporteerd voor gebruik bij het bestellen van onderdelen.

WIELUITLIJNING

• Complete gegevens  
• Instructies voor instellen
• Afbeeldingen van regelpunten
• Aanhaalmomenten 

BANDENSPECIFICATIE

• Specificaties velgen en banden

   

• Bandendrukken

       205 (A)   Bandbreedte (mm)

        50 (B)  Bandenverhouding ( hoogte van  

                band als percentage van breedte )

        R    Radiaalband

       16 (C)   Velgdiameter (inch)

       94   Belastingsindex

        V    Snelheidsindex

       XL   Extra belasting (versterkte band)

        1 - 205/50 R16 94V XL

BANDENSPANNINGSBEWAKING

Reset
Resetten met het multimedia display
Schakel het contact in
Selecteer 'SETTINGS VEHICLE'
Selecteer 'RDC'
Selecteer 'Reset' in het menu
Schakel het contact uit

Resetten is nodig na  Bandenspanningscontrole, afstelling of verwisselen van een of meer wielen / banden.

ELEKTRONISCHE HANDREM ( EPB )

Algemeen

Noodontgrendeling

Remblok vervanging

Basisinstelling

Speciaal gereedschap

ZEKERINGEN EN RELAIS

FL1 [SB1]   Dynamo ( 175 A )

FL2     Laag vermogen / Verwarmingsrelais /
           Extra luchtverwarmer ( 40 A )

FL3   Voedingsspanning of niet gebruikt ( 110 A )

FL4   Stuurbekrachtigingsregeleenheid ( 80 A )

FL5   Radiateur ventilator regeleenheid thermostaat ( 40 A ook gebruikt ) ( 50 A )

FL6   Gloeibougie-regeleenheid ( 50 A )

FL7 [SB7]   Hoog vermogen verwarmingsrelais /
      Accu bewakingsregeleenheid /       
      Extra luchtverwarmer ( 60 A )

Relaiskast in motorruimte:

R1 Relais, extra koelvloeistofpomp
R2 Ruitenwisserrelais nr.1
R3 Ruitenwisserrelais nr. 2

WAARSCHUWINGSLAMPJES EN SYMBOLEN

Specifiek per fabrikant, met korte beschrijvingen en oplossingen.
Merk-specifiek overzicht van beschikbare waarschuwingslampjes. Zowel voor de Europese als voor de Amerikaanse auto-markt.

TERUGROEPGEGEVENS

Bevat ook officiële informatie  over terugroepacties zodat de voertuigen altijd aan de veiligheidseisen voldoen.    

Functies

• OEM terugroepacties vanwege veiligheid
• Koppeling naar foutcodes en gerelateerde cases.

Symptoom:

Motor slaat af vanwege een verminderde brandstoftoevoer.

Defect:

Beschadigde afdichting van de drukbegrenzer in de brandstoftanktoevoermodule
Verminderde brandstofoverdracht in de brandstoftank (links naar rechts)
Motor slaat af
De brandstofmeter geeft aan dat er voldoende brandstof aanwezig is
Aantal relevante voertuigen: 1752

Oplossing:

Controleer de druk in de brandstoftanktoevoermodule
Controleer de speling op de drukbegrenzer
Vervang de brandstoftanktoevoermodule indien nodig

TECHNISCHE TEKENINGEN

Met aanhaalmomenten en links naar onderdelen.

GEKENDE PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN

Het ABS / ESP waarschuwingslampje gaat aan.

Symptoom
Het ESP-waarschuwingslampje gaat aan
Mogelijke foutcode:  P0571

Oorzaak
Incorrecte remlichtschakelaar afstelling

Oplossing
Verwijder het opbergcompartiment aan de bestuurderskant
Controleer het voltage van de remlichtschakelaar
Voor deze handeling moet een diagnosegereedschap gebruikt worden
Wanneer de waarden correct zijn volg de procedure:
Duw de plunjer in totdat deze stopt
A   Draai de knop linksom tot volledige aanslag
B   Maak de plunjer los
NB: Druk niet op het rempedaal tijdens de procedure
Draai de knop rechtsom tot volledige aanslag en schuif deze er in
Monteer het opbergcompartiment aan de bestuurderskant
Verwijder alle foutcodes. Voor deze handeling moet een diagnosegereedschap gebruikt worden

Reparatietijd

LIGGING VAN DE COMPONENTEN

Dankzij deze functie kunnen de gezochte componenten in een oogwenk worden gevonden.

Beschikbare locaties:

MOTORRUIMTE

E1  Motorregeleenheid
       Motorruimte, linkerkant
E3 ( semi- ) automatische transmissie regeleenheid
        Op de versnellingsbak
E8 Gloeibougie-regeleenheid
      Motorruimte, middenachter
E11 ESP regeleenheid
        Motorruimte, linkerkant
E13   Stuurbekrachtigingsregeleenheid
          Op het stuurhuis  
E14   NOx regeleenheid
          Motorruimte, linkerkant
E24   Transmissieregeleenheid
          Op de versnellingbak

PASSAGIER- EN KOFFERRUIMTE

UITGEBREIDE EN INTERACTIEVE ELEKTRISCHE SCHEMA'S

Volledig in kleur met enerzijds vereenvoudigde compacte schema’s en anderzijds uitgebreide totaalschema’s met compleet systeemoverzicht voor onder meer motormanagement, ABS, airbags, remmen, transmissie, stuurinrichting en klimaatregeling, radio, centrale vergrendeling, verlichting enz.

Elektrische ramen

Componenten:
D11 Elektrische raamschakelaar eenheid
D12 Elektrische raamschakelaar achter
E6  Voedingsregeleenheid
E21 Comfortsysteem regeleenheid
E154 Deurregeleenheid linksvoor
E155 Deurregeleenheid rechtsvoor
E156 Deurregeleenheid linksachter
E157 Deurregeleenheid rechtsachter
S144 Elektrische raamschakelaar rechtsvoor
S145 Elektrische raamschakelaar linksachter
S146 Elektrische raamschakelaar rechtsachter
S152 Elektrisch raam aan bijrijderskant isolatieschakelaar

COMPONENT DIAGNOSE

Een unieke begeleide diagnose op basis van de CANBUS gegevens van het voertuig om storingen en   
componentfouten te ontleden. Het brengt de vaak verwarrende fabrieksschema’s naar een duidelijk beter    
leesbare vorm en zoomt in op de betreffende component of bedrading.

Diagnose 1/12

1: Controleer de voedingsspanning:
                                                 Schakel het contact aan. Meet de spanning op pin A 5. Is het tussen 12 en 14.4 V?    Ja  Nee
2: Controleer de aansluiting naar de massa:
3: Controleer de connectiviteit van pin A 10.
4: Controleer de voedingsspanning:
5: Controleer de aansluiting naar de massa:
6: Controleer de connectiviteit van pin A 44.
7: Controleer de voedingsspanning:
8: Controleer de connectiviteit van pin A 56.
9: Controleer de voedingsspanning:
10: Controleer de connectiviteit van pin A 70.
11: Controleer de connectiviteit van pin A 80.
12: Controleer de connectiviteit van pin A 87.